Geen extra compensatie nodig na verhoging minimumjeugdloon
De verhoging van het minimumjeugdloon per 1 juli 2017 heeft geen heftig effect gehad op de arbeidsparticipatie van jongeren. De volgende stap van de verhoging kan per 1 juli 2019 dus gewoon doorgaan zonder dat er compensatiemaatregelen nodig zijn.
Per 1 juli 2017 is het minimumjeugdloon voor werknemers van 18 tot en met 22 jaar opgeschroefd en per 1 juli 2019 volgt nog zo’n verhoging. Toen deze maatregel (tool) werd aangekondigd, beloofde het kabinet om vóór de tweede stijging te onderzoeken wat de gevolgen van de verhoging zijn voor de werkgelegenheid en onderwijsdeelname van jongeren. Zo nodig zouden aanvullende maatregelen worden genomen om een negatief effect te compenseren.
Arbeidsparticipatie niet erg veranderd
De Stichting Economisch Onderzoek (SEO) heeft dit onderzoek inmiddels uitgevoerd en het rapport Verkenning effecten aanpassing minimum(jeugd)loon (pdf) opgesteld. De conclusie is dat de arbeidsparticipatie van 18- tot 22-jarigen niet erg is veranderd door de aanpassing van het minimumjeugdloon. Ook in het aandeel jongeren dat onderwijs volgt, is amper iets gewijzigd. De tweede stap van de verhoging van het wettelijk minimumjeugdloon gaat dus gewoon door per 1 juli 2019 zonder dat er aanvullende maatregelen worden genomen.
Dubbele vergelijking mogelijk door bbl’ers
De onderzoekers hebben extra op werknemers met een leer-werkbaan gelet, omdat werknemers in de beroepsbegeleidende leerweg (bbl) van 18, 19 en 20 jaar zijn uitgezonderd van de verhoging van het minimumjeugdloon. Zo was het mogelijk om niet alleen de situatie van vóór 1 juli 2017 te vergelijken met die na de verhoging, maar ook de verschillen tussen jongeren voor wie het minimumloon is verhoogd en jongeren voor wie dat niet het geval is. In alle gevallen was het verschil nihil of zeer beperkt.
(Jeugd-)LIV zorgt al voor compensatie
Het zou kunnen dat er bijna geen effect op de arbeidsparticipatie van jongeren is gevonden door het lage-inkomensvoordeel (LIV) en het jeugd-LIV (tools) die ervoor zorgen dat werkgevers al zo’n 40% tot 70% van de verhoging gecompenseerd krijgen.