Fout fiscus is niet in één oogopslag zichtbaar
De Belastingdienst mag niet zomaar een navorderingsaanslag opleggen. Hiervoor is in principe een nieuw feit nodig. Een uitzondering hierop geldt als het voor u kenbaar moet zijn dat de inspecteur een fout heeft gemaakt bij het opleggen van een aanslag. Maar wat is kenbaar? De Hoge Raad heeft daar recent duidelijkheid over gegeven.
Het is aan de inspecteur om bij het opleggen van de aanslag voldoende onderzoek te doen. Uw aangifte is daarbij het startpunt. Blijkt achteraf dat de aanslag niet hoog genoeg is geweest, dan kan de Belastingdienst niet zomaar navorderen. In principe heeft de inspecteur daarvoor een nieuw feit nodig. Het gaat dan om een feit waarvan de inspecteur bij het opleggen van de aanslag niet op de hoogte was en waarmee hij redelijkerwijs ook niet bekend had kunnen zijn. Een uitzondering geldt als het gaat om een schrijf- of tikfout, die voor u redelijkerwijs kenbaar moest zijn.
Niet eerst bijsluiter raadplegen voor fout
In een recente zaak over een aanslag rioolheffing stond deze kenbaarheid ter discussie. Een fout is namelijk niet altijd even kenbaar bij de belastingplichtige. Op de aanslag rioolheffing stond in dit geval een bedrag van € 235. Dat was echter niet juist en moest € 258 zijn. De gemeente legde een navorderingsaanslag van € 23 op, maar dat vond de bewoner niet terecht. Er was namelijk geen nieuw feit en het was voor hem totaal niet duidelijk dat er een fout was gemaakt bij het opleggen van de aanslag. De Hoge Raad gaf uiteindelijk aan dat het bij kenbare fouten gaat om fouten die in één oogopslag duidelijk zijn. De bewoner hoefde daarvoor niet eerst de bijsluiter of de website te raadplegen. De inspecteur mocht dus geen navorderingsaanslag opleggen.
Hoge Raad, 10 januari 2014, ECLI (verkort): 8