Fiscus kan geen grote wetswijzigingen aan
Door de verouderde ICT-structuur binnen de Belastingdienst is de fiscus niet in staat om ingrijpende wijzigingen in de belastingwetgeving door te voeren in haar ICT-systemen. Dit blijkt uit het verantwoordingsonderzoek 2015 van de Algemene Rekenkamer.
In het verleden zijn bij de Belastingdienst problemen gesignaleerd ten aanzien van de IT- en werkprocessen, zoals het te laat uitbetalen van toeslagen en voorlopige aanslagen. Staatssecretaris Wiebes van Financiën heeft deze problemen enige tijd geleden al onderkend. In 2014 heeft hij al verbetervoorstellen naar de Tweede Kamer gestuurd waarin hij voorstelde om de processen te verbeteren. Deze voorstellen zijn in 2015 omgezet in een meerjarig verbeterprogramma om de Belastingdienst te moderniseren. Met dit programma wordt de fiscus ‘beter, goedkoper en beheersbaarder’. De nieuwe werkwijze moet zorgen voor nauwkeurigere aanslagen en minder belastingontduiking.
Grote zorgen voortgang moderniseren IT-processen
De Algemene Rekenkamer heeft in haar recente onderzoek onder andere de bedrijfsvoering bij de Belastingdienst onderzocht. Uit dit verantwoordingsonderzoek 2015 blijkt dat de Rekenkamer snapt dat de Belastingdienst eerst wil werken aan haar organisatiestructuur en zorgdragen voor de continuïteit van de dienstverlening aan de burger, maar zij mist in de plannen een aanpak voor de IT- en werkprocessen. Zij maakt zich dan ook grote zorgen over de voortgang van de modernisering van deze processen en wil graag inzicht krijgen in de planning en wijziging hiervan.
Belastingdienst is lange tijd kwetsbaar voor veranderingen
Het oplossen van knelpunten heeft veel tijd nodig. De Rekenkamer verwacht dat de Belastingdienst vijf tot zeven jaar nodig heeft om de verouderde ICT-systemen te vervangen en werkprocessen te veranderen. Zij waarschuwt dat de fiscus daardoor gedurende een lange tijd zeer kwetsbaar is voor grote veranderingen zoals het invoeren van een nieuw belastingstelsel of het doorvoeren van ingrijpende maatregelen in de belastingwetgeving. Daar moet de Tweede Kamer rekening mee houden.