U bent hier

Onderneming & Fiscus
Fiscus had VPB-aangifte erbij moeten pakken

Fiscus had VPB-aangifte erbij moeten pakken

Als uw bv u een uitkering doet die u verzuimt op te geven voor de inkomstenbelasting (IB), maar die de inspecteur wel had kunnen opmaken uit de aangifte vennootschapsbelasting (VPB), is er geen sprake van een nieuw feit. Als hij ook niet kan bewijzen dat u of uw onderneming te kwader trouw heeft gehandeld, kan de inspecteur u hiervoor geen navorderingsaanslag IB/premie volksverzekeringen (PVV) opleggen.

Rechtbank Den Haag behandelde onlangs een rechtszaak waarin bovenstaande speelde. De directeur-grootaandeelhouder (dga) van de betrokken bv emigreerde op een gegeven moment naar België en verplaatste tegelijk de leiding van de bv naar dat land. Een half jaar later liet hij de bv liquideren, waarna hij een voorschot op de liquidatie-uitkering ontving van ruim € 700.000. Dit voorschot nam de inmiddels tot Belgische vennootschap omgevormde bv op als vordering op de dga. De dga op zijn beurt nam het bedrag daarentegen helemaal niet op in zijn aangifte IB/PVV. Dit kwam uiteindelijk aan het licht, maar pas toen de aanslag IB/PVV van de man al lang en breed definitief was. De inspecteur legde vervolgens een navorderingsaanslag op, maar daar ging de dga niet mee akkoord. Volgens hem kon de inspecteur namelijk helemaal niet navorderen omdat er geen sprake van een nieuw feit was.

Ook niet te kwader trouw gehandeld

De rechter was het met de man eens. Volgens hem was er inderdaad geen sprake van een nieuw feit, aangezien de inspecteur de beschikking had gehad over de VPB-aangifte van de bv toen hij de aangifte IB/PVV van de dga behandelde. Hier had hij de uitkering uit kunnen opmaken. Omdat de inspecteur ook niet kon bewijzen dat de dga of de bv te kwader trouw had gehandeld, kon de Belastingdienst dus niet navorderen.
Rechtbank Den Haag, 1 september 2010, LJN: BN7698