Fiscaal kussen tegen schokken van 'harde' Brexit
Als de Britten eind maart de Europese Unie verlaten zonder verdere afspraken, heeft dat onmiddellijk fiscale gevolgen. Bijvoorbeeld voor fiscale eenheden met een Britse connectie. Om al te grote schokken te voorkomen, wil het kabinet een overgangsperiode instellen. De fiscus behandelt het Verenigd Koninkrijk dan dit jaar nog als een EU-land.
De onzekerheid rond de Brexit duurt nog altijd voort. Het Britse Lagerhuis heeft overduidelijk gemaakt dat het de deal die premier May met de EU heeft uitgeknobbeld niet ziet zitten. De premier wil nu opnieuw met Brussel in overleg om een deal te smeden waar ze het Lagerhuis wél warm voor krijgt. Da’s een hele kluif om voor elkaar te boksen vóór de Brexit-datum van 29 maart 2019. Vooralsnog is het scenario dat de Britten vertrekken zonder verdere afspraken – een ‘no deal’ – zeker niet van tafel. Ondernemers moet zich dus blijven voorbereiden op het zwartste Brexit-scenario.
Brexit zet streep door sommige aftrekposten
Zo’n plotselinge Brexit heeft ook fiscaal direct grote gevolgen, waarschuwt staatssecretaris Snel van Financiën. De Nederlandse belastingwetten zijn kraakhelder: na een harde Brexit is het Verenigd Koninkrijk onmiddellijk een ‘derde land’ in plaats van een EU-land, zo laat Snel weten.
Dat heeft meteen gevolgen voor een deel van de Nederlanders die in het Verenigd Koninkrijk wonen, maar van wie het inkomen deels in Nederland belast is. Als zij aan de voorwaarden voldoen, hebben zij nu nog recht op sommige aftrekposten, zoals de hypotheekrenteaftrek en de aftrek voor studiekosten. Die voordelen zouden bij een harde Brexit vervallen.
Fiscale eenheid per direct verbroken
Ook voor Nederlandse fiscale eenheden met een zogeheten topmaatschappij heeft een ‘no deal’ gevolgen, schrijft Snel in een brief aan de Tweede Kamer (pdf). Dit zijn concerns waarbij bijvoorbeeld twee Nederlandse zustermaatschappijen zijn samengevoegd tot een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting, en waarvan de aandelen worden gehouden door een topmaatschappij in een ander EU-land. Bij een ‘no deal’ zou zo’n fiscale eenheid per direct verbroken worden.
Verenigd Koninkrijk blijft nog heel 2019 een ‘EU-land’
Op zich wil het kabinet het Verenigd Koninkrijk niet anders behandelen dan andere ‘derde landen’. Gelijke monniken, gelijke kappen, blijft het adagium. Maar tegelijkertijd denkt Snel dat het voor burgers moeilijk is om zich een goede voorstelling te maken van wat er allemaal op hen afkomt bij een ‘no deal’. Ondernemingen krijgen te maken met extra administratieve lasten omdat de knip in de regels tijdens een lopend boekjaar plaatsvindt.
Om deze schokken op te vangen stelt Snel daarom overgangsrecht voor. Fiscaal wordt het Verenigd Koninkrijk dan ook nog in de rest van 2019 behandeld als een EU-land. De staatssecretaris benadrukt wel dat hij het overgangsrecht alleen invoert als het daadwerkelijk tot een harde Brexit komt.