Europees Hof bezorgt bv's in fiscale eenheid belastingkater
Nederland discrimineert door ondernemingen met een buitenlandse dochterbedrijf een renteaftrek te ontzeggen. Dat oordeel van het Europese Hof van Justitie slaat een fiks gat in de vaderlandse schatkist. En dat niet alleen: het jaagt ook bv’s met een binnenlandse dochter mogelijk extra op kosten.
Het Europese Hof heeft zich op verzoek van de Hoge Raad gebogen over de fiscale eenheid (tools). Vaak wordt die constructie gebruikt door een holding met verschillende dochterbedrijven. Door een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting (VPB) te vormen hoeven zij maar één keer gezamenlijk aangifte te doen en kunnen zij onderlinge verliezen met elkaar verrekenen.
In strijd met vrije vestiging binnen EU
Aan de fiscale eenheid zitten nog meer voordelen, bijvoorbeeld als de moederonderneming een lening verstrekt aan haar dochter. De rente die de dochter betaalt, mag de moederonderneming weer aftrekken van de belastbare winst.
Dan nu de ‘maar’: Nederlandse ondernemingen met een dochter in het buitenland mogen géén fiscale eenheid vormen. En dat zij daardoor deze renteaftrek mislopen is discriminerend, zo oordeelt het Europese Hof nu. Want het strookt niet met het recht op vrije vestiging binnen de Europese Unie. Nederland had de renteaftrek dus niet mogen weigeren.
Spoedmaatregelen om lek in schatkist te dichten
Dat besluit is een fikse tegenvaller voor het kabinet. Eerder liet het ministerie van Financiën weten dat een dergelijk oordeel een gat in de schatkist zou kunnen slaan van € 400 miljoen. Het ministerie zag namelijk de bui al hangen dat nog ‘vele belastingplichtigen’ zouden aankloppen om gebruik te maken van de renteaftrek. Om het ergste lek te dichten kondigde Financiën destijds al een set spoedreparaties aan, die in zouden gaan als het Europese Hof inderdaad een voor Nederland negatief oordeel zou vellen.
Vandaag heeft staatssecretaris Snel in een brief (pdf) aan de Tweede Kamer laten weten dat die spoedmaatregelen in een wetsvoorstel worden gegoten dat in het tweede kwartaal van dit jaar wordt gepresenteerd. Die noodpleister voorkomt nu ‘de meest acute budgettaire problemen’, aldus Snel. De maatregelen krijgen terugwerkende kracht tot 25 oktober 2017.
Mogelijk extra VPB betalen
Die spoedmaatregelen zijn echter slecht nieuws voor puur binnenlandse fiscale eenheden. Het regime wordt aangescherpt en dit betekent dat ook Nederlandse ondernemingen met een Nederlandse dochter sinds eind oktober geen recht meer hebben op renteaftrek. Daardoor moeten zij mogelijk nog extra VPB afdragen.
Ondernemersorganisaties VNO-NCW en MKB-Nederland zijn dan ook zwaar teleurgesteld in de maatregelen, die volgens hun schatting zo’n 11.000 bedrijven raakt. Het schrappen van het belastingvoordeel is een ‘groot verlies’ voor het bedrijfsleven, vinden zij. Er moet dan ook zo snel mogelijk een nieuwe regeling komen die wel EU-fähig is en de spoedreparatie weer vervangt.