Ethische richtlijnen sturen gebruik kunstmatige intelligentie
Kunstmatige intelligentie vindt haar weg in allerlei bedrijfstoepassingen. Om te voorkomen dat die toepassingen op de loop gaan met de belangen van gebruikers, heeft de EU ethische richtlijnen gepubliceerd. Die bieden houvast bij het ontwerpen van KI-systemen.
De EU wil blokkades wegnemen bij de ontwikkeling van kunstmatige intelligentie (KI). Bovendien moet in een ontwerp van het begin af aan ingebouwd zijn dat de mens de techniek in de hand kan houden. Dat betekent ook dat beslissingen van algoritmes geen eigen leven mogen gaan leiden. Daarom heeft de EU een voorstel gedaan voor een aantal ethische richtlijnen bij het inzetten van KI. De belangrijkste vier luiden als volgt:
- In KI moet ingebouwd zijn dat de mens de regie houdt. De menselijke autonomie mag niet ondermijnd worden.
- Gebruikte algoritmes moeten veilig en betrouwbaar zijn. Zij moeten ook interne fouten kunnen corrigeren.
- Gebruikers moeten volledige controle hebben over hun eigen data, en data mogen niet ten nadele van hen gebruikt worden.
- Er moet altijd een mens of instantie aan te spreken zijn op de werking en resultaten van ki-systemen.
Ook eisen aan transparantie en duurzaamheid
Verder zijn er eisen aan transparantie, duurzaamheid en toegang voor iedereen. De richtlijnen gelden als basis voor een test die in de zomer van 2019 van start gaat. Als ze werkbaar blijken, kunnen ze daarna officieel ingevoerd worden. Kunstmatige intelligentie is al onderdeel van een aantal inmiddels vrij gangbare bedrijfstoepassingen of apparaten. Denk aan chatbots voor klantenservice of spraakassistenten in mobiele apparaten, zoals Siri. Maar natuurlijk is ook de zelfrijdende auto een goed voorbeeld. Kunstmatige intelligentie werkt op basis van zelflerende algoritmes, zoals machine learning.