Duurbetaalde bestuurder aansprakelijk voor belastingschuld
Een bestuurder van een failliete vennootschap kan aansprakelijk gesteld worden voor schulden van die onderneming. Om dat te ontlopen kan de bestuurder proberen te laten zien dat hij naar eer en geweten heeft gehandeld. En dan helpt het niet als hij ondanks betalingsproblemen een torenhoge managementvergoeding blijft ontvangen.
Uit een onlangs gepubliceerd vonnis van het gerechtshof in Amsterdam blijkt dat een bestuurder niet zomaar onder de bestuurdersaansprakelijkheid uitkomt. In dit geval ging het om een bestuurder van meerdere bv’s die op de fles gingen. De fiscus had nog flink wat belasting tegoed van die bv’s en stelde de bestuurder aansprakelijk voor die schulden (tools), ter waarde van ruim zeven ton.
Managementvergoeding ‘exorbitant’
Volgens de Belastingdienst was er namelijk sprake van kennelijk onbehoorlijk bestuur (tool). In dat geval is het vooral aan roekeloze of onverantwoorde handelingen van de bestuurder te wijten dat de vennootschap bankroet is gegaan. Volgens de fiscus zat ‘m dat onder meer in een ‘exorbitante’ managementvergoeding van € 45.000 per maand.
De bestuurder stelde dat de overeenkomst die de vergoeding regelde rechtsgeldig tot stand was gekomen. Bovendien was het een klus met een hoog afbreukrisico, en daar staat in de regel een hogere vergoeding tegenover.
Hof: bestuurder wist waar hij aan begon
Maar het gerechtshof zat meer op de lijn van de fiscus. Het hof stelde vast dat de bestuurder al bij de start van zijn werkzaamheden wist dat de bv’s er financieel niet zo florissant voorstonden. Geen redelijk denkend bestuurder zou onder die omstandigheden een managementvergoeding van € 45.000 per maand in rekening brengen, aldus het hof. De rechters vonden het aannemelijk dat de bestuurder die vergoeding ook nog bleef binnenharken nadat er bij de fiscus een melding van betalingsonmacht (tool) was gedaan. Ondertussen werden alleen de oudste belastingachterstanden voldaan en is er volgens het hof te weinig ondernomen om de achterstanden in te lopen.
Het gerechtshof verlaagde de aansprakelijkheidsbedrag nog wel iets, maar er bleef nog altijd ruim € 680.000 aan schuld over waar de bestuurder voor moet opdraaien.
Gerechtshof Amsterdam, 10 augustus 2017, ECLI (verkort): 4760