BTW-correctie privégebruik moet nul zijn
Bij de jaarlijkse BTW-correctie voor het privégebruik door werknemers van de auto van de zaak wordt een onderscheid gemaakt afhankelijk van de zuinigheid van de auto. Uit een recente uitspraak van Rechtbank Haarlem blijkt echter dat dit onderscheid in strijd is met het gelijkheidsbeginsel. Voor de berekening kunt u nu dus aansluiten bij de veel lagere correctie voor zuinige auto’s.
Bij een auto van de zaak moet u een BTW-correctie maken voor het privégebruik door werknemers van de auto van de zaak. Stel dat u een auto ter beschikking stelt aan een werknemer met een cataloguswaarde van € 30.000. Als het gaat om een niet-zuinige auto dan is de bijtelling voor het privégebruik in de loonbelasting 25% van de cataloguswaarde. U moet dan ook een BTW-correctie maken voor dit privégebruik. Voor deze correctie sluit de wet ook aan bij de bijtelling in de loonbelasting. De hoogte van de correctie is dan € 900 (12% van 25% x € 30.000). Voor zuinige auto’s is de BTW-correctie een stuk lager (12% x 14% x catalogusprijs), omdat aangesloten kan worden bij een lagere bijtelling. In deze zaak vond de ondernemer dit onderscheid niet rechtvaardig omdat het in strijd was met het gelijkheidsbeginsel.
Strijd met het gelijkheidsbeginsel
Volgens rechtbank Haarlem was dit inderdaad in strijd met het gelijkheidsbeginsel. Op basis van de wet waren namelijk alleen het bedrag van de BTW op de autokosten en het aantal kilometers voor privégebruik bepalend. De zuinigheid van de auto was hierbij niet bepalend. De ondernemer kon dan ook aansluiten bij de lagere correctie voor milieuvriendelijke auto’s.
Deze uitspraak is niet zonder gevolgen voor de huidige praktijk. Voor elektrische auto’s geldt nu namelijk een correctie van 0%. Gelijke behandeling zou dan betekenen dat geen BTW-correctie meer nodig is. De fiscus zal hier waarschijnlijk niet mee akkoord gaan en in beroep gaan tegen deze uitspraak. De staatssecretaris van Financiën zal dit ook op de voet blijven volgen en waarschijnlijk met reparatiewetgeving komen om de grote gevolgen voor de schatkist te voorkomen.
Rechtbank Haarlem, 1 juni 2011, AWB 09/3866