BPM nog steeds niet EU-proof
De Nederlandse Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (BPM) voldoet niet aan de Europese regels. Het Europese Hof van Justitie heeft namelijk beslist dat het Nederlandse systeem voor auto’s met een buitenlands kenteken niet EU-proof is. Rechtbank Breda had hier vragen over gesteld aan het Europese Hof.
De rechtszaak ging over een Duitse onderneming, die een auto met een buitenlands kenteken verhuurde aan een onderneming in Nederland. De directeur van de Nederlandse onderneming gebruikte de auto in Nederland. Tijdens een controle is de directeur aangehouden, omdat er geen BPM was betaald. De Duitse onderneming heeft deze BPM alsnog betaald, maar direct bezwaar aangetekend tegen de inhouding. De Duitse onderneming betaalde namelijk in Nederland in eerste instantie de volledige BPM. De teveel betaalde BPM kon hij terugvragen als hij geen gebruik meer maakte van de Nederlandse weg. Uiteindelijk moest Rechtbank Breda zich over deze casus buigen en aangeven of de heffing van BPM terecht was.
Vrij verkeer van diensten
Rechtbank Breda heeft vragen gesteld aan het Europese Hof, omdat onduidelijk was of de Nederlandse regeling voldoet aan de Europese eisen. Het Europese Hof heeft aangeven dat de BPM-heffing op buitenlands gekentekende auto's niet EU-proof is. De fiscus moet immers al bij het begin van het binnenlandse weggebruik rekening houden met de duur van het gebruik en de BPM tijdsevenredig berekenen. De rechtbank heeft deze beslissing van het Europese Hof overgenomen en aangegeven dat de fiscus het hele bedrag moet terugbetalen.
In een besluit van 14 december heeft de staatssecretaris van Financiën gereageerd op deze uitspraak van het Europese Hof. Binnenkort zal de staatssecretaris de wetgeving op dit punt aanpassen. Tot die tijd heeft de staatssecretaris goedgekeurd dat u onder voorwaarden direct bij het begin van het gebruik in Nederland een verzoek doet om teruggaaf van BPM. Zo betaalt u per saldo slechts over de periode in Nederland BPM.