Bedragen 2019 speur- en ontwikkelingsaftrek bekend
Een ondernemer voor de inkomstenbelasting kan recht hebben op de ondernemersaftrek. Een van de aftrekposten is de aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk (S&O). In het Belastingplan 2019, dat nu ook door de Eerste Kamer is goedgekeurd, staan de aftrekbedragen voor 2019.
In de Wet op de inkomstenbelasting is onder artikel 3.6 aangegeven dat een ondernemer in aanmerking kan komen voor de ondernemersaftrek (tool) als deze ‘gedurende het kalenderjaar tenminste 1.225 uren aan werkzaamheden voor een of meer ondernemingen, waaruit hij als ondernemer winst geniet, besteedt’. Onder de ondernemersaftrek valt ook de aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk. Voor 2019 is deze aftrek verhoogd naar € 12.775, dit was € 12.623 in 2018. Voor starters is er een extra S&O-aftrek van €6.391, die was in 2018 nog € 6.315.
Voorwaarden om in aanmerking te komen voor de S&O-aftrek
Naast de voorwaarde van ondernemer zijn en moeten voldoen aan het urencriterium, moeten ondernemingen ook beschikken over een speur- en ontwikkelingswerkverklaring van RVO.nl. Daarin staat dat uw werkzaamheden onder speur- en ontwikkelingswerk vallen. In deze verklaring staat ook welk bedrag de ondernemer hiervoor kan aftrekken. Daarnaast moet hij zelf minimaal 500 uren aan erkend speur- en ontwikkelingswerk besteden. Voor de verhoogde aftrek voor starters gelden de volgende voorwaarden:
- De starter was in 1 of meer van de 5 voorgaande kalenderjaren geen ondernemer.
- De starter paste in deze periode niet meer dan 2 keer aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk toe.
Voorwaarden om te voldoen aan het urencriterium
De ondernemer voor de inkomstenbelasting voldoet aan het urencriterium (tool) als de tijd die hij in totaal besteedt aan de ondernemingen en het verrichten van de werkzaamheden hiervoor tenminste 1225 uren bedraagt en hij in een of meer van de vijf voorafgaande kalenderjaren geen ondernemer was. Tot deze uren behoren niet de uren die hij maakt voor een onderneming die deel uitmaakt van een samenwerkingsverband met een of meer met hem verbonden personen als de uren hoofdzakelijk van ondersteunende aard zijn. De ondernemer moet aan kunnen tonen dat hij voldoet aan het urencriterium. Hiervoor kan hij het beste een urenadministratie hanteren. Zeker voor startende ondernemers is het raadzaam deze bij te houden om bij een latere discussie met de Belastingdienst de bestede uren aan te kunnen tonen. Voor het urencriterium tellen in principe alle uren mee die de ondernemer aan zijn onderneming besteedt.
Fiscus is kritisch op te weinig declarabele uren
Uiteraard is de fiscus kritisch op ondernemers met erg weinig declarabele uren (en dus omzet) die wel het urencriterium claimen. Het is raadzaam in een dergelijk geval goed te onderbouwen waar al deze indirecte uren voor gemaakt zijn en waarom dit op termijn wel tot een hogere omzet gaat leiden. Heeft de ondernemer naast zijn onderneming nog een baan in loondienst? Dan is het belangrijk dat hij aan zijn onderneming minimaal 50% van zijn werkzame tijd besteedt (en minimaal 1.225 uren). Doet hij dit niet, dan voldoet hij automatisch niet aan het urencriterium. Voor startende ondernemers geldt dit overigens niet.