Al snel sprake van een factuur voor de BTW
De Hoge Raad heeft aangegeven dat er toch sprake kan zijn van een factuur voor de BTW ook al is de prestatie nog niet verricht en heeft de betaling nog niet heeft plaatsgevonden, maar er wel aan de factuurvereisten is voldaan. De BTW mag dus al worden afgetrokken.
In deze zaak ging het om een maatschap die op 20 oktober 2008 een papier ontving voor de bouw van een nieuw bedrijfspand. Op dit papier was de aanneemsom inclusief BTW opgenomen. Ook stond erop aangegeven dat de betaling binnen 14 dagen moest geschieden. De bouw van het pand startte in december 2008 en de oplevering was in mei 2009. In 2008 had de maatschap geen betalingen voor de bouw van het pand gedaan. De termijnnota’s werden pas in 2009 ontvangen en betaald door de maatschap. Zij trok echter in haar aangifte over het vierde kwartaal van 2008 wel het BTW-bedrag (tool) af dat op het papier was opgenomen. De aannemer had dit BTW-bedrag niet opgenomen in zijn aangifte over 2008.
Voldaan aan alle factuurvereisten
De inspecteur ging niet akkoord met de aftrek van de BTW door de maatschap in 2008 omdat hij vond dat het papier slechts een bouwkostenopgave was. Het hof was het hier niet mee eens. De rechter gaf eerst aan dat het mogelijk is dat er een factuur wordt uitgereikt voordat de prestatie is verricht. Daarnaast was er op het papier het woord ‘factuur’ vermeld en voldeed de factuur verder aan alle wettelijke factuurvereisten (tool). Daarom was hier sprake van een factuur voor de BTW en mocht de maatschap de BTW aftrekken. De Hoge Raad bevestigde dit oordeel.
Hoge Raad, 22 september 2017, ECLI::2441