Van 478.000 bezwaren BTW privégebruik auto zijn er maar 1.847 behandeld
De staatssecretaris van Financiën heeft aangegeven dat ruim 478.000 ondernemers een bezwaar tegen de BTW en het privégebruik van de auto van de zaak hebben ingediend. Daarvan is het grootste deel afgewezen omdat er geen nadere onderbouwing was ingediend. Er zijn 1.847 bezwaarschriften door de fiscus wel inhoudelijk behandeld.
Op 1 juli 2011 is er een forfaitaire regeling gaan gelden voor de BTW-correctie voor het privégebruik van de auto van de zaak. Er wordt hierbij in principe gerekend met een vast percentage van 2,7% (tool) van de catalogusprijs van de auto van de zaak als de ondernemer/chauffeur geen kilometerregistratie bijhoudt. Sinds de invoering van dit systeem werden er zo’n twee miljoen bezwaren ingediend, onder meer door ondernemers die stelden dat de werkelijke kosten van het privégebruik veel lager waren dan die 2,7%. Al die grieven werden eerder aangemerkt als massaal bezwaar. Vervolgens legde men vier zaken voor aan de Hoge Raad.
Onderbouwing uitgaven nodig
Ons hoogste rechtsorgaan gaf aan dat ondernemers recht hebben op teruggave, als zij door het forfait meer BTW hebben betaald dan nodig was geweest over de (werkelijke) uitgaven die waren toe te rekenen aan het privégebruik. Maar dan moest wel onderbouwd worden dat die kosten daadwerkelijk lager waren. Als er geen sluitende kilometeradministratie was, moest de ondernemer dus de omvang van het privégebruik (per auto) aannemelijk maken. Volgens de Hoge Raad moest hierbij rekening gehouden worden met:
- de aard van de onderneming;
- de zakelijke doeleinden waarvoor de ter beschikking gestelde auto binnen de onderneming gebruikt wordt;
- de positie en de werkzaamheden binnen de onderneming van de gebruiker van de auto;
- de wijze waarop de auto voor privédoeleinden mag worden gebruikt of is gebruikt (zoals voor woon-werkverkeer).
Voor die onderbouwing hadden ondernemers tot 15 juli 2017 de tijd.
Rest is ongegrond verklaard
Van de door 478.000 ondernemers ingediende bezwaren hebben er 1.847 op tijd een onderbouwing aangeleverd. Deze bezwaren zijn dan ook door de Belastingdienst inhoudelijk behandeld. De rest is dus al meteen ongegrond verklaard. Dit heeft de staatssecretaris van Financiën onlangs aangegeven in een Kamerbrief.